Begrippenlijst
Juridisch begrippen behorend bij personen en familierecht
Huwelijk/Echtgenoten
Twee personen, die met elkaar in het huwelijk zijn getreden en bij de gemeente een huwelijksakte hebben ondertekend. Door het huwelijk verandert de burgerlijke staat van deze persoon in echtgenoot respectievelijk echtgenote.Geregistreerd partnerschap/Geregistreerd partner
Twee personen, die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan en bij de gemeente een akte van geregistreerd partnerschap hebben ondertekend. Door het geregistreerd partnerschap verandert de burgerlijke staat van deze persoon in geregistreerd partner.Ongehuwd en geen geregistreerd partner
Personen, die geen huwelijk en ook geen geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, zijn wat hun burgerlijke staat betreft ongehuwd en geen geregistreerd partner.Samenlevingsovereenkomst
Twee personen die een (notarieel) samenlevingsovereenkomst met elkaar zijn aangegaan blijven ongehuwd en geen geregistreerd partner.Wettelijke algehele gemeenschap van goederen versus Huwelijksvoorwaarden
Twee personen die in het huwelijk zijn getreden zijn gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Ieder van hen is --in beginsel-- door het huwelijk gerechtigd tot de helft van het hele vermogen dat zij samen bezitten.Huwelijksvoorwaarden zijn afspraken die (aanstaande) echtgenoten maken om af te wijken van het wettelijk principe van de algehele gemeenschap van goederen. Hiervoor moet een notariële akte worden opgemaakt. Van huwelijksvoorwaarden kan worden gebruik gemaakt wanneer een van de beide echtgenoten bijvoorbeeld een eigen onderneming heeft, dan wel zijn of haar vermogen niet door het huwelijk tot een gemeenschap van goederen wil laten (gaan) behoren. Ook als u gehuwd bent kunt u staande het huwelijk nog huwelijksvoorwaarden laten opmaken. In het geval u meer informatie wenst, verzoek ik u met mij contact op te nemen.
Juridische begrippen met betrekking tot het erfrecht
Testateur
Iemand die een notarieel testament laat opmaken bij en door een (kandidaat-)notaris.Erflater/Nalatenschap/Erfenis
De erflater is de persoon die komt te overlijden en goederen, waaronder bijvoorbeeld begrepen spullen en/of geld nalaat, die we zijn nalatenschap/erfenis noemen.Als de erflater geen testament heeft gemaakt gaat de erfenis naar de erfgenamen volgens de wet (zie hierna “Erfopvolging op grond van de wet”). Bij testament kan de erflater andere regelingen treffen, uiteraard binnen de grenzen die de wet aangeeft.
Erfgenaam
Een erfgenaam is iemand die de hele of een evenredig deel van de nalatenschap/erfenis krijgt. De erfgenaam treedt volledig in de voetsporen van de overledene dus hij krijgt (een gedeelte van) alle spullen van de nalatenschap, maar zal dan ook alle schulden moeten betalen. Een persoon kan erfgenaam zijn op basis van de wet of op basis van een testament.Legataris/Legaat
Naast de mogelijkheid om iemand tot erfgenaam te benoemen, kan de testateur ook een bepaald goed of een vastgestelde som geld vermaken. Dit wordt een legaat genoemd. Het vermaken wordt legateren genoemd. De erfgenamen moeten het legaat aan de gerechtigde (legataris) afgeven. Het legaat vormt een schuld in de nalatenschap/erfenis van de testateur.Een legaat van een goed, dat er ten tijde van het overlijden van de erflater, niet meer blijkt te zijn, vervalt. Een legataris hoeft anders dan een erfgenaam nooit de schulden van de nalatenschap te betalen.
Erfopvolging op grond van de wet
De wet roept tot een nalatenschap als erfgenamen "uit eigen hoofde" (geeft de volgorde tussen de erfgenamen aan) dit zijn achtereenvolgens:1. de echtgenoot van de erflater, tezamen met diens kinderen; als die er niet zijn dan
2. de ouders van de erflater, tezamen met diens broers en zusters; als die er allemaal niet zijn dan
3. de grootouders van de erflater; en tenslotte
4. de overgrootouders van de erflater.
Binnen iedere groep treedt plaatsvervulling op ten gunste van de afstammelingen, met dien verstande dat verder dan de zesde graad niet wordt geërfd.
Testament
Een notariële akte waarin een testateur aangeeft wie zijn erfgenamen zijn, als hij wil afwijken van de erfopvolging bij de wet of op andere wijze wenst af te wijken van het wettelijk erfrecht. De testateur kan zo bijvoorbeeld in een testament bepalen:- of een deel van zijn vermogen dat hij nalaat aan een bepaalde persoon, onder bewind moet worden gesteld;
- of iemand anders dan zijn gezamenlijke erfgenamen zijn nalatenschap/erfenis moet afwikkelen. Hij benoemt dan een executeur;
- afwijken van de wettelijke verdeling, zoals deze is opgenomen in de wet om deze verder aan te vullen;
Testamentair bewind
Het kan voorkomen dat een testateur van mening is dat iemand, die iets uit zijn nalatenschap verkrijgt, (nog) niet de volledige verantwoording kan dragen van het door haar/hem geërfde vermogen. Dit kan te maken hebben met de leeftijd of met het gedrag van de betreffende persoon. In zulke gevallen kan de testateur in zijn testament een bewind instellen.Er wordt dan een bewindvoerder benoemd, die het geërfde vermogen namens de betreffende persoon beheert, bijvoorbeeld totdat de betreffende persoon een bepaalde leeftijd heeft bereikt.
De bevoegdheden en verplichtingen van een bewindvoerder worden in de wet en het testament vastgelegd.
Als bijvoorbeeld een kind het erfdeel van zijn ouder onder bewind krijgt en het bewind niet accepteert, kan hij verwerpen en aanspraak maken op zijn legitieme portie. Hij krijgt dan een geldvordering ,die de helft waard is van het erfdeel dat hij onder bewind zou hebben geërfd, waardoor hij er financieel op achteruit gaat.
Daarnaast zijn er twee gevallen, waarbij het kind wel het bewind zal moeten accepteren: "als het kind onmachtig of onmondig is in eigen beheer te voorzien" (denk bijvoorbeeld aan de situatie dat een kind aan drugs is verslaafd) en "als de erfenis hoofdzakelijk aan schuldeisers van het kind ten goede zou komen." In die gevallen betekent niet-accepteren namelijk dat het kind helemaal niets zal krijgen.
Codicil
Bepaalde legaten hoeft de erflater niet in een notarieel testament vast te leggen. Voor het vermaken van inboedelgoederen (geen schilderijen en/of kunstvoorwerpen), sieraden en kleding voldoet een codicil. Een codicil is een eigenhandig geschreven, gedateerde en ondertekende verklaring. De in het codicil vermaakte goederen moeten nauwkeurig (stuk voor stuk) worden beschreven. Ook kunnen in een codicil instructies worden gegeven voor de begrafenis of crematie. Een codicil is voor de maker snel en gemakkelijk te wijzigen: verscheur het oude en schrijf een nieuw. Het nadeel is dat een codicil, in tegenstelling tot een notarieel testament, kan zoek raken of verdonkeremaand worden. Het advies is dan ook om het goed op te bergen of af te geven aan een vertrouwd iemand.Defiscalisering
Voor 1 januari 2012 was de fiscus bereid om de vordering van de kinderen te defiscaliseren, als de langstlevende ouder het bezit van zijn of haar partner erft en de kinderen een vordering op de langstlevende ouder kregen, dus als er sprake is van een wettelijke verdeling. Voor de kinderen bleef deze vordering buiten de inkomstenbelasting van Box III, zodat de kinderen daarover geen belasting hoeven te betalen, de heffing van Box III vond alleen plaats bij de langstlevende ouder.Met ingang 1 januari 2012 is de defiscaliseringsregeling van art. 5.4 Wet IB uitgebreid tot gevallen waarin weliswaar niet het wettelijk erfrecht is gevolgd, maar waarin op grond van een testament of van een verdeling van de nalatenschap een situatie ontstaat die materieel voldoende vergelijkbaar is met het wettelijk erfrecht.
Daaronder vallen onder meer: partiële verdelingen van een nalatenschap, (keuze)legaten tegen inbreng van de waarde waarbij de inbreng wordt schuldig gebleven, vruchtgebruiktestamenten en legitieme vorderingen van een onterfd kind.
De defiscalisering blijft wel beperkt tot vorderingen/schulden of genotsrechten in gevallen waarin de erflater, zoals dat maatschappelijk gebruikelijk is, goederen nalaat aan zijn langstlevende partner, en kinderen van de erflater of van die langstlevende partner enkel een niet opeisbare vordering op die partner of een bloot eigendom krijgen.
Executeur / afwikkelingsbewindvoerder
De wet gaat ervan uit dat uw erfgenamen de nalatenschap tezamen en in onderling overleg afwikkelen. U kunt ook in uw testament een persoon aanwijzen die uw nalatenschap afwikkelt: de executeur.De wet geeft een uitgebreide regeling ten aanzien van de bevoegdheden en plichten van de executeur. Hij krijgt het beheer over de nalatenschap en zal alle bezittingen onder zich mogen nemen. Hij zal de schulden moeten betalen, vorderingen innen, de huur opzeggen en legaten afgeven of uitbetalen. De executeur moet over zijn beheer rekening en verantwoording afleggen aan de erfgenamen. Het is mogelijk in het testament de executeur nog meer bevoegdheden te geven. U kunt hem dan benoemen tot executeur-afwikkelingsbewindvoerder, hij kan dan zelfs de nalatenschap zelfstandig afhandelen en verdelen.
De wet regelt het loon voor de executeur: 1 % van het vermogen op de dag van het overlijden, u kunt hiervan bij testament afwijken.
Voor 1 januari 2003 kon u een executeur benoemen bij codicil. Dat is nu niet meer mogelijk, nu kan het alleen nog maar bij testament. Echter de oude codicillen met executeursbenoemingen opgemaakt voor 1 januari 2003 blijven wel geldig.
Herroeping
Door de herroeping komen alle vroeger gemaakte uiterste wilsbeschikkingen te vervallen. Uiterste wilsbeschikkingen zijn testamenten, maar ook codicillen. Dus ook een eventueel opgemaakt donorcodicil. Een herroeping geschiedt eveneens in een notariële akte, houdende een testament.Indien u een codicil heeft gemaakt en dit wenst te handhaven, dan dient dit in het testament te worden vermeld.
Legitieme portie
Onder het huidig erfrecht kunnen kinderen in een testament worden onterfd. Zij worden dan geen erfgenaam. Wel geeft de wet hen recht op een geldbedrag. Dit bedrag noemt men de legitieme portie. De legitieme portie is dit de helft van wat het kind anders zou hebben gekregen als er geen testament was gemaakt. Voorts wordt er een aparte berekening gemaakt voor de omvang waarop de legitieme portie van toepassing is. Dit wordt de legitimaire massa genoemd. De kinderen en als zij zijn vooroverleden de kleinkinderen (krachtens plaatsvervulling) worden ook wel legitimarissen genoemd. Als een legitimaris berust in een onterving, ontvangt hij niets uit de nalatenschap. Berust hij niet, dan moet hij binnen 5 jaar zijn legitieme portie opeisen. Een kind dat een beroep doet op zijn legitieme portie, krijgt een vordering in geld op de erfgenamen. Dat betekent nog niet dat het kind direct zijn geld kan opeisen. Leeft er nog een ouder, die gehuwd was met erflater en is de wettelijke verdeling van toepassing , dan kan het kind de legitieme pas opeisen na het overlijden van de langstlevende ouder. Dit kan ook in een testament worden opgenomen bij andere regelingen. Deze niet-opeisbaarheidsclausule kan zelfs worden gemaakt, indien de erflater met een partner samenwoont, op voorwaarde dat er een notariële samenlevingsovereenkomst is gesloten.Ongedaanmaking
De langstlevende echtgenoot heeft het recht om – binnen drie maanden na het overlijden, bij notariële akte – de wettelijke verdeling ongedaan te maken. Door de verklaring ontstaat met terugwerkende kracht tot het moment van het openvallen van de nalatenschap een onverdeeldheid tussen de langstlevende en de kinderen. Dit kan onder omstandigheden, met name als u in het bezit bent van enig vermogen een aanzienlijk fiscaal voordeel opleveren.Opeisbaarheidsgronden
De kinderen kunnen hun vordering volgens de wet pas opeisen in de volgende gevallen:a. indien de langstlevende in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard;
b. wanneer de langstlevende ouder is overleden. In het testament zijn de opeisbaarheidsgronden nog uitgebreid met de volgende gevallen:
c. het hertrouwen of het aangaan van een geregistreerd partnerschap van/door de de langstlevende zonder het opmaken van huwelijks- of partnerschapsvoorwaarden;
d. ondercuratelestelling of onderbewindstelling van het vermogen van de langstlevende;
e. dat de langstlevende door het geld van de kinderen onder zich te houden een overheidsuitkering of bijdrage zou mislopen.
Plaatsvervulling
Iemand erft "uit eigen hoofde", indien hij erft op grond van de plaats die hij volgens de wet inneemt. Als een erfgenaam bij plaatsvervulling erft houdt dit in dat die erfgenaam in de plaats komt voor iemand anders die volgens de wet had zullen erven. Plaatsvervulling vindt nu volgens de wet plaats als de wettelijke erfgename:a. op het ogenblik dat de nalatenschap openvalt, zelf reeds zijn overleden (zijn vooroverleden); b. onwaardig zijn; een erfgenaam is onder meer onwaardig, indien hij een ernstig misdrijf heeft gepleegd jegens de erflater;
c. onterfd zijn;
d. de nalatenschap verwerpen; of met betrekking tot personen:
e. wiens erfrecht is vervallen; het erfrecht komt onder meer te vervallen, indien een persoon onder voorwaarde tot erfgenaam is benoemd en niet aan de voorwaarde wordt voldaan.
Tweetrapsmaking
Soms willen mensen wel hun nalatenschap aan één of meerdere door hen bij testament aangewezen erfgenamen nalaten, maar vinden zij niet dat als dan (één van) die betreffende door hen aangewezen erfgenamen overlijdt dat hun gehele nalatenschap moet gaan naar de erfgenamen van die door hen in eerste instantie aangewezen erfgenamen.In het testament kan de testateur (degene die het testament heeft gemaakt) dan (een maal) bepalen dat alles, wat van zijn nalatenschap nog over is, bij overlijden van de erfgenaam vererft naar door hem aangewezen andere erfgenamen (de tweede trap).
Uitsluitingsclausule
Velen willen wel dat hun eigen kinderen (dit geldt overigens ook voor de andere erfgenamen die bijv. bij testament zijn benoemd) van hen erven. Zij willen echter niet dat als er een scheiding komt de ex-echtgenoten van hun erfgenamen recht hebben op de helft van hun erfenis. Dit gebeurt als de erfgenaam in algehele gemeenschap van goederen was getrouwd en soms ook bij bepaalde soorten huwelijksvoorwaarden. Dit kan worden voorkomen door het opnemen van een uitsluitingsclausule in het testament. Het resultaat is dat de "koude kant" geen recht heeft op de helft van de geërfde goederen bij een echtscheiding.Vaststelling vordering van de kinderen
De omvang van de vorderingen van de kinderen wordt door de langstlevende echtgenoot en de kinderen in onderling overleg bepaald.Bij minderjarige kinderen moeten de regels voor het bewind van het vermogen van minderjarigen in acht worden genomen.
Bij het overlijden moeten de vorderingen van de kinderen worden vastgesteld. Dit is ondermeer van belang voor het recht van successie, de berekening van de rente en de uitoefening van wilsrechten. Bovendien dient het kind te weten wat bij overlijden van de tweede ouder het erfdeel van de eerste ouder was. Over het erfdeel van de eerste ouder is immers al successierecht verschuldigd geweest. Het erfdeel van de eerste ouder met de daarop bijgeschreven rente mag dan ook van de nalatenschap van de tweede ouder worden afgetrokken.
Voogdij
Voor mensen met minderjarige kinderen (onder de 18 jaar) is het belangrijk zich af te vragen waar moeten de kinderen heen als zij er allebei niet meer zijn. Bij gehuwden oefenen de ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag uit. Overlijdt één van hen, dan krijgt de ander automatisch het ouderlijk gezag. Als de ander vervolgens overlijdt, dan benoemt de rechter een voogd over de kinderen, tenzij de ouders in een testament zelf al een voogd hebben benoemd. Door zo'n voogdbenoeming is de rol van de rechter uitgespeeld: de ouders hebben dwingend bepaald bij wie hun kinderen terecht komen.Vruchtgebruik
De essentie van het recht van vruchtgebruik is dat de vruchtgebruiker het recht heeft op gebruik van bepaalde goederen, maar dat de eigendom van die goederen toebehoort aan iemand anders (de hoofdgerechtigde = de eigenaar). De vruchtgebruiker van een huis mag er in wonen, de vruchtgebruiker van het saldo van een bankrekening heeft recht op de rente. De vruchtgebruiker is verplicht het goed waarvan hij de vruchten geniet ten behoeve van de eigenaar in stand te houden. De vruchtgebruiker van een huis moet dat huis goed onderhouden en de vruchtgebruiker van een banksaldo moet afblijven van de hoofdsom, tenzij de erflater uitdrukkelijk anders heeft bepaald.In het testament kan de vruchtgebruiker echter ruimere bevoegdheden worden gegeven, bijv. de bevoegdheid om de onder het vruchtgebruik vallende goederen te verkopen of de gelden op te maken. Het vruchtgebruik eindigt bij het overlijden van de vruchtgebruiker of op een ander in het testament bepaald tijdstip.
Wettelijke verdeling
In het huidige erfrecht worden in geval van overlijden van een echtgenoot/geregistreerd partner alle tot de nalatenschap behorende goederen toegedeeld aan de langstlevende onder de verplichting alle schulden te voldoen(dit heet de wettelijke verdeling). De kinderen krijgen (op papier) een vordering op de langstlevende echtgenoot/geregistreerd partner ter waarde van hun erfdeel (in het netto saldo van de) nalatenschap. Op deze manier kan de langstlevende echtgenoot/geregistreerd partner vrij beschikken over het gehele vermogen en ongestoord verder leven. De wettelijke verdeling geldt, indien een erflater een echtgenoot/geregistreerd partner en tenminste 1 kind achterlaat.De overledene kan natuurlijk bij testament hiervan zijn afgeweken, bijv. omdat dit fiscaal gunstiger uitpakt.
Wilsrechten
Op grond van de wettelijke verdeling worden in geval van overlijden alle tot de nalatenschap behorende goederen toegedeeld aan de langstlevende echtgenoot/geregistreerd partner. Indien de langstlevende echtgenoot/geregistreerd partner (of de eigen ouder of een stiefouder) zou hertrouwen met een nieuwe partner, geeft het wettelijk erfrecht extra regels. Als de kans bestaat dat goederen van de nalatenschap naar de stieffamilie gaan, kan een kind beroep doen op zogenaamde wilsrechten.Door de wilsrechten hebben de kinderen uitzicht op de goederen, ook als er sprake is van stieffamilie. Zo kan een kast of een klok met speciale gevoelswaarde, een "echt familiestuk", toch binnen de familie blijven. De kinderen kunnen hiervan gebruik maken maar hoeven dat niet te doen.
Twee situaties zijn mogelijk:
1.De kinderen zijn geen eigen kinderen van de overgebleven echtgenoot (stiefouder).
2.De kinderen zijn ook kinderen van de overgebleven echtgenoot (ouder).
Het eerste geval: Stel dat een ouder overlijdt, dan kan ieder van de kinderen verlangen van de overgebleven echtgenoot (stiefouder) dat goederen aan hem in eigendom worden overgedragen, ter waarde van hun geldvordering. Wel kan de overgebleven stiefouder zich het vruchtgebruik van die goederen voorbehouden. Als de kinderen geen gebruik van dit wilsrecht hebben gemaakt, kunnen zij dit alsnog doen bij het overlijden van de overgebleven stiefouder. Zij kunnen namelijk verlangen dat hun geldvordering in goederen wordt voldaan.
Het tweede geval: Als de overgebleven echtgenoot (ouder) hertrouwt, kan ieder van de kinderen verlangen dat goederen aan hem in eigendom worden overgedragen, ter waarde van de geldvordering. Ook in dit geval kan de overgebleven ouder zich het vruchtgebruik van die goederen voorbehouden. Als de overgebleven echtgenoot (ouder), die hertrouwd is, komt te overlijden vóór zijn nieuwe partner en de kinderen tot dan toe geen wilsrecht hadden uitgeoefend, kunnen zij dit alsnog doen. Zij kunnen namelijk goederen opeisen ter betaling van hun geldvordering.